Aandachtspunten
Iedereen mag ventilatiesystemen aanbieden en installeren, zonder dat beroepskennis moet aangetoond worden. Het lijkt op het eerste zich ook vrij eenvoudig: een ventilator met daaraan een aantal buizen en ventielen. Berichten uit de media tonen aan dat het juist berekenen en implementeren van zo’n installatie toch niet altijd vanzelfsprekend is. Aan volgende zaken moet men in elk geval de nodige aandacht schenken:
- Een correcte dimensionering van de leidingen naar het vereiste debiet per ruimte. Deze moeten zo bepaald worden dat de snelheid van de luchtstroom beperkt wordt tot 3m/s. Bovendien moet men rekening houden met de lengte van elk buizentraject en het aantal bochten.
- Gebruik van een kanalensysteem dat gereinigd kan worden
- Een uitvoering van het kanalensysteem waarbij gelet wordt op de mogelijkheid om nadien te kunnen reinigen. Er moet gelet worden op bochten en de plaatsing van inspectieluikjes
- Een goede afregeling mogelijk houden (vb. Een ventiel vlak bij de ventilatieëenheid zal bijna volledig dichtgesnoerd moeten worden, wat voor gefluit zorgt).
- De luchtdichtheid van de kanalen
- De luchtweerstand van de kanalen (gladheid)
- De aantrekking van stof door de aard van het materiaal van de kanalen en de mogelijkheid tot opslaan van statische elektriciteit
- Demping van geluiden afkomstig van buitenaf, van de ventilator, van geluiden veroorzaakt door turbulentie in de luchtstroom door de leidingen (door te smalle leidingen en het effect van bochten, aftakkingen, vernauwingen) en (regelbare) ventielen, en door overspraak ofte het telefooneffect waarbij geluid uit een ruimte aangesloten op hetzelfde kanaal overgebracht kan worden.
- De selectie van de ventilatieëenheid hangt af van verschillende factoren; de belangrijkste zijn het vereiste debiet en de drukval die door dit debiet over het kanalensysteem verookzaakt wordt. Men moet dus eerst weten hoe het kanalensysteem wordt opgebouwd alvorens men de ventilatieëenheid kan selecteren.
Daarnaast nog even hetvolgende:
- Een dampkap met afvoer naar buiten is moeilijk verenigbaar met een balansventilatiesysteem. Daar zijn twee redenen voor:
- Je ziet dit niet, maar met creëert in feite een groot gat naar buiten, wat zorgt voor ongecontroleerde ventilatie. Als de dampkap niet werkt zal hierlangs buitenlucht rechtstreeks van buiten aangezogen worden. Dit is in tegenstrijd met het luchtdicht bouwen, wat uiteindelijk de reden is om gecontroleerd te gaan ventileren. De typische lamelletjes in het rooster aan de buitenmuur kunnen misschien helpen maar niet afdoende. De enige oplossing is een dure terugslagklep.
- Een dampkap is ontworpen om in werking een debiet te hebben dat een veelvoud is van het debiet van de balansventilatie. In een enigzins luchtdichte woning is er onvoldoende aanvoor van verse lucht mogelijk. De dampkap zal het huis in onderdruk brengen en zijn beoogde debiet niet kunnen halen. De enige oplossing is vb. het openkippen van een raam.
Uit de praktijk is gelukkig gebleken dat een dampkap niet meer nodig is! Vocht en geuren worden goed afgevoerd door het ventilatiesysteem (de zuigmond in de keuken). Omdat er een continue luchtstroom is van woonkamer naar keuken (ook bij een open keuken) krijgen geurtjes ook niet de mogelijkheid om zich te verspreiden in het huis.
Vet wordt niet afgevoerd door het ventilatiesysteem (dit zou trouwens de kanalen en warmtewisselaar vervuilen) maar zal blijven hangen tegen de oppervlakken vlak rond het fornuis. Als je dit wil vermijden, of als je bijvoorbeeld geregeld zelf frietjes bakt, voorzie dan een recirculerende dampkap. Deze heeft vetfilters die afwasbaar zijn in de vaatwas. Dikwijls bevatten deze ook een koolstoffilter voor het verwijderen van geurtjes. Dit gebeurt echter door het ventilatiesysteem en deze dure koolstoffilter kan men dus achterwege laten of het meegeleverde exemplaar niet vervangen. Voorzie best op z’n minst een stopcontact voor zo’n recirculerende dampkap.
- Ook een openhaard of open kachel is jammer genoeg niet goed verenigbaar met luchtdicht bouwen. Dit betekent ook een opening naar de buitenlucht. Bovendien brengt dit met zich mee dat de afvoerkanalen sneller gereinigd zullen moeten worden.
