Manieren om te ventileren

Er zijn verschillende methoden om te ventileren.

Verluchten

Veel woningen hebben geen ventilatievoorzieningen. De enige manier om voor verse lucht te zorgen is door vensters op een kier te zetten. Op die manier wordt continu veel warmte verloren. Het is beter om dagelijks gedurende enkele minuten verschillende ramen en deuren open te zetten zodat de volledige hoeveelheid lucht in de woning vervangen wordt door buitenlucht, zonder dat muren en meubilair de tijd krijgen om af te koelen. Toch heb je tijdens het slapen nood aan meer verse lucht. Deze manier vraagt dagelijks om verschillende handelingen en al naargelang hoeveel men zich hiermee bezig houdt krijgt men een beter of slechter compromis tussen warmtebehoud en luchtkwaliteit.

Men kan gecontroleerd ventileren op één van onderstaande manieren. Volgens de wet (EPB regelgeving) moeten nieuwe en grondig verbouwde woningen van één van deze systemen voorzien worden:

Systeem A – Natuurlijke ventilatie

Systeem A

bron: J.E. StorkAir

Berust op het principe van natuurlijke luchtaanvoer en -afvoer.

  • Aanvoer van verse lucht gebeurt via regelbare ventilatieroosters in de ramen van droge ruimtes (woon- en slaapkamers).
  • Afvoer gebeurt ook via regelbare ventilatieroosters op vertikale kanalen door het dak. Deze bevinden zich in de natte ruimtes.
  • In de woning is er luchtverplaatsing van de ruimten met ventilatieroosters naar de natte ruimtes via doorstroomopeningen.

De drijvende kracht is tweeërlei:

het drukverschil tussen de gevels waar de ramen zitten en de eindstukken op de vertikale afvoerkanalen, afhankelijk van de wind, vorm van het huis, plaats van de ramen en afvoerkanalen,…

het temperatuurverschil tussen binnen en buiten dat de natuurlijke trek in het vertikaal kanaal bevordert.

De roosters in de ramen kunnen zelfregelend zijn, wat wil zeggen dat ze de opening automatisch aanpassen aan de druk van de wind om voor een min of meer gecontroleerd debiet te zorgen. Bij voorkeur kiest men voor akoestisch dempende roosters om eventueel lawaai van buiten te dempen.

VOORDELEN

  • Dit is het goedkoopste ventilatiesysteem.
  • Het systeem verbruikt geen elektriciteit.
NADELEN
  • Het debiet is onregelmatig en de instelmogelijkheden beperkt.
  • Het systeem is afhankelijk van de weersomstandigheden.
  • Er gaat veel energie verloren: het is de warmste lucht (van tegen het plafond) die naar buiten gaat.

Systeem B – Mechanische aanvoer

Systeem B

bron: J.E. StorkAir

  • Aanvoer van verse lucht gebeurt via een centrale ventilator en kanalen die leiden naar de droge ruimten.
  • Via doorstroomopeningen is er luchtverplaatsing naar de natte ruimten
  • In de natte ruimten gebeurt de afvoer via regelbare ventilatieroosters op vertikale kanalen door het dak.

 

NADELEN

De woning wordt onder een lichte overdruk geplaatst. Dit is in ons klimaat eerder een nadeel. Waar er spleetjes aanwezig zijn in de luchtdichtende laag van de buitenmuren wordt warme vochtige lucht door de isolatie naar buiten geduwd, wat het risico op problemen met condensatie verhoogt.

Er zijn meestal verschillende kanalen die boven het dak moeten uitmonden. Elke doorboring van het dakvlak vormt een bijkomend risico op vochtindringing en vermindert lokaal de kwalitieit van de isolatie.

Indien de kanalen vervuild zijn en/of als er condensatie in optreedt vormt dit een gevaar voor de gezondheid.

Omwille van deze redenen is het logischer om voor systeem C te kiezen. Systeem B wordt zelden toegepast in België.

Systeem C – Mechanische afvoer

Systeem C

bron: J.E. StorkAir

  • Aanvoer van verse lucht gebeurt via regelbare ventilatieroosters in de ramen van droge ruimten.
  • Via doorstroomopeningen is er luchtverplaatsing naar de natte ruimtes.
  • Daar wordt de lucht afgevoerd via kanalen die verbonden zijn met een centrale ventilator die vervuilde lucht afvoert via één dak- of muurdoorvoer.

De roosters in de ramen kunnen zelfregelend zijn, wat wil zeggen dat ze de opening automatisch aanpassen aan de druk van de wind om voor een min of meer gecontroleerd debiet te zorgen. Bij voorkeur kiest men voor akoestisch dempende roosters om eventueel lawaai van buiten te dempen.

Het is mogelijk om de snelheid van de ventilator automatisch te laten variëren met CO2- en vochtigheidssensoren (systeem C+), wat de energieverliezen enigszins beperkt. Dit heeft ook zijn invloed op het E-peil.

VOORDELEN

  • Ten opzichte van Systeem D: Er zijn minder en minder grote kanalen nodig, waardoor deze makkelijker weg te werken zijn. Dit heeft ook zijn gevolgen voor het kostenplaatje. Ook de ventilatieëenheid is kleiner en goedkoper. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de kostprijs van de ventilatieroosters (grootteorde €100 à €200 per rooster).
  • Vervuiling van de kanalen vormt minder een risico dan bij systeem B of D omdat de luchtstroom die erdoor gaat naar buiten gaat (zolang de ventilator in werking blijft). Ook de andere nadelen van Systeem B gelden niet voor Systeem C.
  • Er is een betere controle op de hoeveelheid afgevoerde warme lucht wat voor minder energieverliezen zorgt dan Systeem A.

NADELEN

  • Omdat er geen warmterecuperatie mogelijkheid is zoals bij Systeem D wordt er wel nog steeds een belangrijke hoeveelheid energie verloren.
  • Indien men dit niet voorzien heeft moet het buitenschrijnwerk van de droge ruimtes aangepast worden met roosters.
  • In de winter kan men een koude luchtstroom voelen ter hoogte van de ventilatieroosters, wat het koude gevoel van de koudestraling van de vensters versterkt.
  • De roosters laten lawaai door.

Systeem D – Mechanische aan- en afvoer

Systeem D

bron: J.E. StorkAir

Normaal gezien is het systeem zo afgesteld dat beide ventilatoren eenzelfde debiet geven. Daardoor blaast het systeem evenveel lucht naar binnen als er afgevoerd wordt; Men spreekt dan over een balansventilatiesysteem.

Bijna altijd is er een warmtewisselaar (WTW) aanwezig die de warmte aanwezig in de lucht die afgevoerd kan overdragen naar de koudere aangevoerde lucht. Er wordt daarbij gesproken over rendementen tussen de 60% en 95%. Tijdens de wintermaanden ontstaat er condensatie door het afkoelen van vochtige warme lucht in de WTW. Er is dus een afvoer nodig voor condenswater. Hierdoor krijgt men tijdens de wintermaanden droge lucht in huis.

Er bestaan hierop twee varianten: het warmtewiel als alternatief op een warmtewisselaar met lamellen zorgt voor zowel warmte- als vochtuitwisseling. Het rendement hiervan ligt lager, maar er wordt dan ook geen warmte onttrokken aan de lucht door het vocht erin te condenseren. Men kan dit dus bezwaarlijk een nadeel noemen.

Een tweede variant werkt met de klassieke warmtewisselaar met lamellen maar voorziet ook in een soort membraan voor vochtuitwisseling door osmose.

NADELEN

  • Dit is het duurste systeem.
  • Het ontwerp voor uitvoering is veel complexer dan bij de andere systemen en vraagt een tamelijk uitgebreide studie.
  • Bij verkeerde dimensionering of slechte uitvoering bestaat er kans op een slecht werkende installatie. Heel dikwijls wordt het belang van doorgedreven berekingen onderschat en hanteert men vuistregeltjes die een te grote vereenvoudiging zijn.
  • Bij renovatie is het soms moeilijk om leidingen discreet weg te werken. Met een beetje creativiteit lukt dit echter wel.
  • Indien men werkt met een gewone warmtewisselaar verkrijgt men een drogend effect tijdens de wintermaanden (zie hierboven). Men moet dan zorgen dat er voldoende vocht geproduceerd wordt of kiezen voor een systeem met vochtuitwisseling.

VOORDELEN

  • Grote voordeel en de reden om te kiezen voor dit systeem is natuurlijk het feit dat men energie bespaart. Het heeft dan ook een positieve invloed op het E-peil.
  • Bijkomend voordeel is de mogelijkheid om verse lucht te filteren met behulp van vb een pollenfilter (voor mensen met een allergie).
  • Bij systeem C kan men als het buiten erg koud is de koude luchtstroom voelen aan de ramen met ventilatieroosters. Systeem D biedt het beste comfort.

 

Naar boven